23ste president van de Ver. Staten van N.-Amerika, kleinzoon van den vorige, geb. 20 Aug. 1833 te North-Bend in Ohio, studeerde te Cincinnati in de rechten, practiseerde eenigen tijd als advokaat, trad bij het uitbreken van den burgeroorlog onder de wapens, werd overste van een regiment in Indiana, en in 1864 brigadier-generaal.
Na den vrede keerde hij tot de rechtspraktijk terug, begon tevens deel te nemen aan ’t politieke leven, was in 1880 president van de gedelegeerden der republikeinsche partij ter conventie van Chicago, ondersteunde de candidatuur van Garfield voor het presidentschap der Unie, wees de portefeuille van de hand, die Garfield hem na zijn verkiezing aanbood, en werd lid van den Senaat voor Indiana (1880—86). In 1888 door de republikeinen kandidaat gesteld voor den presidentszetel, behaalde hij 5.440.708 volksstemmen, terwijl Cleveland 5.536.242 stemmen op zich vereenigde; hij verkreeg echter 233 kiesstemmen (Cleveland 168) en was dus gekozen. Hij aanvaardde zijn ambt 4 Maart 1889. H. was een beslist aanhanger der Monroeleer, waarvan zijn geheele regeering getuigenis aflegde. Gedurende zijn presidentschap werd te Washington een pan-amerikaansch congres gehouden, waardoor men tot een nauwere aaneensluiting van de amerikaansche republieken hoopte te komen, een doel dat gedeeltelijk werd bereikt, daar later meerdere handelsverdragen met zuid-amerikaansche staten werden afgesloten. De belangrijkste gebeurtenis van H.’s regeering was het tot stand komen van de Mac Kinley-bill, die 6 Oct. 1890 werd afgekondigd, en ten doel had de amerikaansche industrie op elk gebied zelfstandig te maken (zie Vereenigde Staten, geschiedenis).
In 1892 opnieuw kandidaat gesteld, leed hij de nederlaag tegen zijn democratischen tegenstander Cleveland (zie ald.), met 128 tegen 290 electoraalstemmen. Na den afloop van zijn ambtstermijn aanvaardde H. een professuur aan de Leland-Stanford-universiteit in Californië. H. was scheidsrechter in het engelsch-venezolaansche grensgeschil, en eerste gevolmachtigde der Unie op de Haagsche vredesconferentie. Hij overl. 13 Maart 1901 te Indianapolis. Hedges gaf zijn Speeches from February 1888 to February 1892 in het licht (New-York 1892).