of Adel, landstreek ten oosten van Abyssinië, gelegen tusschen 10° en 15° N.B.;* de sultan dezer landstreek houdt zijn verblijf te Aussa, een dorp met een 200-tal hutten. De Franschen hebben het aan de baai van Tedschoera gelegen Obock in 1862 gekocht, er een kolenstation en een strafkolonie gevestigd, en het later tot hoofdplaats der aan deze golf gestichte Fransche kolonie verheven.
De kuststreek van Adal is rijk aan weiden; de berghellingen zijn bedekt met ondoordringbare acacia-wouden, waarin zich apen, luipaarden, hyena’s, jakhalzen en vele gazellesoorten ophouden; in het westen strekken zich zandige, door vruchtbare heuvelrijen afgewisselde vlakten uit. De bevolking is donkerbruin, krachtig gebouwd, en leidt met haar veestapel een zwervend leven; zij noemen zich AdailDanakil, en belijden den Mohammedaanschen godsdienst.