Gepubliceerd op 14-03-2021

Abraham trommius

betekenis & definitie

nederl. godgeleerde, te Groningen in 1633 geb., eigenlijk Trom geheeten; werd in 1655 proponent, deed daarop een buitenlandsche reis en werd toen predikant, achtereenvolgens te Haren en te Groningen, waar hij in 1719 overl. Hij beproefde een verbetering der psalmberijming van Datheen, onder den titel: Sagte verbetering der Psalmrijmen P. Datheni (Amst. 1695).

Zijn hoofdwerk is de Concordantie des Bijbels (3 dln., Gron. 1685—1700). Zijn leven, dat hij zelf zeer uitvoerig beschreven heeft, is te vinden voor de tweede, door den Franeker hoogleeraar Gillissen bezorgde uitgave zijner Concordantie.

< >