Gepubliceerd op 20-01-2021

Abraham bogaert

betekenis & definitie

Nederl. tooneeldichter, geb. te Amsterdam, 1613, deed meerdere reizen naar Oost-Indië, werd te Batavia opperheolmeester, trad later op als koopman, deed een reis naar Bengalen en andere punten van het Indische vasteland, alsmede naar Ceylon, keerde in 1706 naar Nederland terug, vestigde zich in zijn geboorteplaats als apotheker, en overleed in 1727. Hij schreef, behalve eenige geschiedkundige werken, vele berijmde tooneelstukken, zoowel treurspelen als kluchtstukken, allen voor den Amsterdamschen schouwburg.

De kluchten getiteld Het nieuwsgierig Aagje en De buitensporig jaloersche worden ten onrechte aan hem toegekend, doch zijn van den overigens geheel onbekenden schrijver Anthonie van Bogaert.

< >