(werkwoord)
[alg.] exploiteren, uitbaten, bestieren; leiden, drijven, besturen; beheren, draaiend houden, bestieren
- Een kroeg uitbaten is meer dan alleen pintjes tappen.
- Hij dreef een winkel in boeken en schrijfwaren.
- Zij bestiert het hotel met ijzeren hand.
[ict] laten lopen, draaien, uitvoeren
- 's Nachts om 02:00 uur laten we het archieveringsprogramma lopen.
[informant] erop nahouden
- Het is voor de webpolitieagent lastig om er een infiltrant na te houden.
[verkeer] snorren, beunrijden, ritselrijden
- Snorren is broodroof van taxichauffeurs met w?l een vergunning.