(zelfstandig naamwoord)
[alg.] geen-pardon(beleid), nultolerantie(beleid), ongedoogzaamheid(sbeleid), gedogenloosheid; lik-op-stuk-beleid
- Politieke krachtpatsers propageren graag gedogenloosheid inzake corruptie.
- Het Openbaar Ministerie voert rond Nieuwjaar een lik-op-stukbeleid: feestverstoorders zullen stevig worden aangepakt.