(zelfstandig naamwoord)
[alg.] hondenbaan, pokkenwerk; heidens karwei, rotklus
- De formateurs van het eerste paarse kabinet, noemden hun klus een heidens karwei.
[alg.] titanenklus, gigantisch karwei, gigaklus
- De bouw van de Oosterscheldekering was een titanenklus.