Werkwoorden vervoegen
verzusteren
Tegenwoordige tijd verzusteren
Ik verzuster
Jij verzustert
verzuster jij?
U verzustert
Hij/Zij/Het verzustert
Wij verzusteren
Jullie verzusteren
Zij verzusteren
Verleden tijd van verzusteren
Ik verzusterde
Jij/U verzusterde
Hij/Zij/Het verzusterde
Wij verzusterden
Jullie verzusterden
Zij verzusterden
Voltooid deelwoord van verzusteren
verzusterd
Tegenwoordig deelwoord van verzusteren
verzusterend