Werkwoorden vervoegen
telescoperen
Tegenwoordige tijd telescoperen
Ik telescopeer
Jij telescopeert
telescopeer jij?
U telescopeert
Hij/Zij/Het telescopeert
Wij telescoperen
Jullie telescoperen
Zij telescoperen
Verleden tijd van telescoperen
Ik telescopeerde
Jij/U telescopeerde
Hij/Zij/Het telescopeerde
Wij telescopeerden
Jullie telescopeerden
Zij telescopeerden
Voltooid deelwoord van telescoperen
getelescopeerd
Tegenwoordig deelwoord van telescoperen
telescoperend