Werkwoorden vervoegen
penaliseren
Tegenwoordige tijd penaliseren
Ik penaliseer
Jij penaliseert
penaliseer
U penaliseert
Hij/Zij/Het penaliseert
Wij penaliseren
Jullie penaliseren
Zij penaliseren
Verleden tijd van penaliseren
Ik penaliseerde
Jij/U penaliseerde
Hij/Zij/Het penaliseerde
Wij penaliseerden
Jullie penaliseerden
Zij penaliseerden
Voltooid deelwoord van penaliseren
gepenaliseerd
Tegenwoordig deelwoord van penaliseren
penaliserend