Werkwoorden vervoegen
ontwapenen
Tegenwoordige tijd ontwapenen
Ik ontwapen
Jij ontwapent
ontwapen jij?
U ontwapent
Hij/Zij/Het ontwapent
Wij ontwapenen
Jullie ontwapenen
Zij ontwapenen
Verleden tijd van ontwapenen
Ik ontwapende
Jij/U ontwapende
Hij/Zij/Het ontwapende
Wij ontwapenden
Jullie ontwapenden
Zij ontwapenden
Voltooid deelwoord van ontwapenen
ontwapend
Tegenwoordig deelwoord van ontwapenen
ontwapenend