Werkwoorden vervoegen
appliqueren
Tegenwoordige tijd appliqueren
Ik appliqueer
Jij appliqueert
appliqueer jij?
U appliqueert
Hij/Zij/Het appliqueert
Wij appliqueren
Jullie appliqueren
Zij appliqueren
Verleden tijd van appliqueren
Ik appliqueerde
Jij/U appliqueerde
Hij/Zij/Het appliqueerde
Wij appliqueerden
Jullie appliqueerden
Zij appliqueerden
Voltooid deelwoord van appliqueren
geappliqueerd
Tegenwoordig deelwoord van appliqueren
appliquerend