Werkwoorden vervoegen
doorbladeren (bladerend doorlopen)
Tegenwoordige tijd doorbladeren
Ik blader door
Jij bladert door
blader jij door?
U bladert door
Hij/Zij/Het bladert door
Wij bladeren door
Jullie bladeren door
Zij bladeren door
Verleden tijd van doorbladeren
Ik bladerde door
Jij/U bladerde door
Hij/Zij/Het bladerde door
Wij bladerden door
Jullie bladerden door
Zij bladerden door
Voltooid deelwoord van doorbladeren
doorbladerd
Tegenwoordig deelwoord van doorbladeren
doorbladerend
doorbladeren (verder bladeren)
Tegenwoordige tijd doorbladeren
Ik blader door
Jij bladert door
blader jij door?
U bladert door
Hij/Zij/Het bladert door
Wij bladeren door
Jullie bladeren door
Zij bladeren door
Verleden tijd van doorbladeren
Ik bladerde door
Jij/U bladerde door
Hij/Zij/Het bladerde door
Wij bladerden door
Jullie bladerden door
Zij bladerden door
Voltooid deelwoord van doorbladeren
doorgebladerd
Tegenwoordig deelwoord van doorbladeren
doorbladerend