WOELIG, bn. bw. (-er, -st), gestadig woelend: een woelig kind;
— onrustig : de zieke heeft een woeligen nacht doorgebracht;
— eene woelige straat, waar veel drukte, veel verkeer is. WOELIGHEID, v. onrust.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: