Gepubliceerd op 06-12-2018

VERSCHANSEN

betekenis & definitie

VERSCHANSEN - (verschanste, heeft verschanst), versterken, met schansen omringen: eene stad, eene legerplaats verschansen;

zich verschansen, zich binnen eene sterkte opsluiten;
— schansen (versterkingen) bouwen. VERSCHANSING, v. (-en), het verschansen; sterkte, bewalling, bolwerk; (zeew.) zijdeel, hoog achterdeel (van een schip).

< >