SLEUTELBOS - m. (-sen), vele sleutels te zamen aan een ring hangende;
...DRAGER, m. (-s), die sleutels in zijne bewaring heeft; (fig.) kamerheer aan een hof ;
...GAT, o. (-en), gat in een slot (tot het insteken van den sleutel);
...GATHORENS, m. mv. (nat. hist.) eene familie van zeeslakken (fissurellacea), waarvan ook op onze kusten soorten voorkomen;
...KASTJE, o. (-s), kastje waarin de sleutels eener groote inrichting op nummers opgehangen worden ;
...KETTING, m. (-en), ketting om den huissleutel aan den pantalonsknoop te bevestigen, om zoo verliezen of vergeten te voorkomen ;
...MACHT, v. (R.-K.) macht om zonden te vergeven, zinspelend op de sleutelen van Petrus ;
...MANDJE, o. (-s), mandje dat de huisvrouw bij zich in huis ronddraagt en waarin haar sleutels, geldbeursje enz. zijn.