SCHREIER - m., SCHREISTER, v. (*s), die gedurig schreeuwt of krijt; de Schreierstoren, Schreiershoek, een torentje op den Buitenkant te Amsterdam, waar oudtijds veelal de zeevarenden afscheid van hunne betrekkingen namen;
— (w. g.) huilebalk : gehuurde schreiers bij eene begrafenis.