Gepubliceerd op 29-11-2018

Schaapsdoorn

betekenis & definitie

Schaapsdoorn - m. (plantk.) (gew.) kattendoorn (ononis spinosa);

...DRAVIK, v. schapengras (festuca ovina);
...HOOFD, o. (-en), hoofd van een schaap;
— paardekop die veel op een schaapshoofd gelijkt: een ramshoofd maar met fijneren mond en kin; een paard met dergelijken kop;
— (fig.) domoor, lomperd;
...KLAVER, v. (gew.) gemeene of gehoornde rolklaver;
...KLEEDEREN, o. mv. (fig.), (spr.) een wolf in schaapskleeren, boosaardig mensch die den schijn van zacht en vriendelijk aanneemt; (bijb.) wacht u voor de valsche profeten, dewelke in schaapskleederen tot u komen;
...KOOI, v. (-en), hok voor de schapen; (spr.) den wolf in de schaapskooi sluiten, zie WOLF;
...KOP, m. (-pen), schaapshoofd;
...LEDER,
...LEER, o. vergel.
SCHAPELEDER.

< >