Purperklier v. (-en), geelachtige klier van de purperslak naast de kieuwen in den mantel, die het purper afscheidt;
...KORRELS, mv. zie KERMES;
...KOORTS, v. scharlakenkoorts:
...LIP, Y. (-pen), helderroode, frissche lip;
...MOSSEL, v. (-s, -en), purperslak;
...REIGER, m. (-s), (nat. hist.) een vogel, tot de familie der reigers behoorende, die te herkennen is aan zijne fraaie roodbruine tinten (ardea purpurea), hij nestelt in ’t riet; hij is over het gematigde en warme Europa, over geheel Afrika en Azië verbreid, maar komt niet algemeen voor.