Opkrimpen (kromp op, is opgekrompen), omhoog krimpen, door krimpen korter worden : de huig laten opkrimpen;
— (van metalen) door ongelijkmatige groote inkrimping kromtrekken;
— (fig.) verminderen;
— (zeew.) tegen den wind opkrimpen, bijna tegen wind inzeilen;
— de wind krimpt op, krimpt. OPKRIMPING, v.