Het begrip onderdoor heeft 2 verschillende betekenissen:
1. onderdoor - bw. van richting, onder iets door zoodat men aan de andere zijde er van uitkomt ; daar de poort openstond, gingen ze er onderdoor; er is daar eene opening, kom er maar onderdoor; ook met ellips van het werkw. : moet die wagen hier onderdoor (rijden) ? ; de brug is te laag, de schepen kunnen er niet onderdoor (varen);
— ook vaak in losse koppeling met werkw. van beweging : de schepen zijn de brug onderdoorgegaan; (van een schip) onder de golven door gaan, d. i. door hooggaande stortzeeën overstelpt, onder water raken en zinken : het fregat is in de golf van Biscaye door eene geweldige stortzee beloopen en onderdoorgegaan; (van een schip dat ten anker ligt) onder de golven door rijden, d. i. zoo rijden, zoo diep met den neus (het voorschip) te water stampen, dat de hooggaande golven er over heen loopen, en het daardoor zinkt: terwijl wij ten anker lagen, kwamen er zulke hooge zeeën opzetten, dat het scheen of het schip onderdoorrijden zou.
2. onderdoor - bw. van plaats; er onderdoor loopen, zich te midden van andere soortgelijke personen of zaken bevinden, doch in kleinen getale, zoodat ze niet of nauwelijks worden opgemerkt; (bij uitbr.) meedoen zonder opgemerkt te worden, te midden van iets anders onopgemerkt voorbijgaan, niet geteld worden : waar eten voor twaalf personen is, loopen er een paar kinderen nog wel mee onderdoor, kunnen medeëten, zonder dat men er eenigen overlast van bespeurt:
— hij sprak wel eens een woordje wat mal uit, maar dat liep er onderdoor, ging te midden van al het andere onopgemerkt voorbij;
— er onderdoor kunnen, onopgemerkt voorbij kunnen gaan.