Gepubliceerd op 27-09-2018

Niettegenstaande

betekenis & definitie

Niettegenstaande voorz. ondanks, in weerwil van: niettegenstaande het slechte weer ging hij toch uit; niettegenstaande de duisternis zette hij den tocht voort;

— voegw. ofschoon, hoezeer, ter verbinding van een toegevenden bijzin aan den hoofdzin: niettegenstaande (dat) wij alle voorzorgen hadden genomen, is de proef toch mislukt.

< >