Gepubliceerd op 27-09-2018

Misgaan

betekenis & definitie

Misgaan (ging mis, is misgegaan), in het gaan niet ontmoeten: zij zijn elkander misgegaan; niet inhalen, niet bereiken; (van een kogel) niet raken: het schot ging mis;

— (het misging, is misgaan), mislukken, niet slagen (van iets), tegenloopen, slecht uitvallen: dat is mij misgaan;
— ontgaan: geen woord is mij misgaan;
— zich misgaan, zich vergissen, zich vergrijpen; misdoen: hij heeft zich daaraan leelijk misgaan; verder gaan dan noodig is.

< >