Gepubliceerd op 27-09-2018

Merken (1)

betekenis & definitie

Merken (merkte, heeft gemerkt), met een merk teekenen: de boomen merken, die gerooid moeten worden; schapen merken, een klein knipje van bijzonderen vorm in het oor geven; letters en cijfers enz. met katoen op linnengoed enz. zetten (zeker vrouwelijk handwerk). MERKING, v. (-en), het merken.

< >