Gepubliceerd op 19-09-2018

Leeuwendeel

betekenis & definitie

LEEUWENDEEL, o. het voornaamste, het grootste deel: het leeuwendeel voor zich nemen; zich het leeuwendeel toeëigenen;

...HAAR, o.;
...HART, o. (-en), hart van een leeuw; (fig.) buitengemeene moed; toenaam van koning Richard van Engeland;
...HOK, o. (-ken);
...HOL, o. (-en), verblijf van een leeuw;
...HUID, v. (-en), huid van een leeuw; (fig.) de leeuwenhuid aantrekken, den schijn van dapperheid aannemen;
— (w. g.) het vossenvel aan de leeuwenhuid naaien, list aan kracht paren;
...JONG, o. (-en), jonge leeuw, welp.

< >