o. (-en), rijksgebouw;
...GOED; o. (-eren), nationaal goed; domein;
...HEER, m. (-en), souvereine vorst, gebieder;
...HEERLIJK, bn. vorstelijk: landsheerlijk gezag;
...HUIS, o. (...huizen), gemeenlandshuis;
...KERK, v. (-en), eene kerk, die door het land onderhouden wordt;
...KIND, o. (-eren), inboorling; iem. voor wien het land, de regeering als een vader zorgt;
...KNECHT, m. (-en), (veroud.) soldaat, voetknecht het hoofdwapen der landsknechten was de piek, ofschoon tegen het einde der 16de eeuw de helft reeds van vuurwapenen was voorzien.