Het begrip kopstuk heeft 2 verschillende betekenissen:
1. kopstuk - KOPSTUK, o. (-ken), (slag.) deel van den kop eens diers, gedeelte der huid waar de horens zitten;
— kopstuk van den toom;
— het bovenstuk der fluit enz.;
— (mets.) halve steen met de gansche breedte;
— (waterbouwk.) koningstuk;
— (scheepsb.) deel van de galerij of buitenbetimmering;
— muntstuk met ’s vorsten beeltenis, inz. de 20-kreutzerstukken in Oostenrijk, die van 12 grooten in Bremen en die van 20 shilling in Denemarken.
2. kopstuk - KOPSTUK, m. en v. (-ken), (gew.) koppig mensch, iem. die graag kopt;
— de kopstukken eener partij, de leiders, aanvoerders, die aan de spits staan.