INSTRUMENTKAS, v. (-sen),
...KIST, v. (-en), kist of doos ter bewaring van de instrumenten;
...KOKER, m. (-s), (heelk.) doos met chirurgische werktuigen;
...MAKER, m. (-s), vervaardiger van instrumenten voor heelkundigen, wiskundigen enz.;
...TASCH, v. (...tasschen), eene tasch van den geneesheer met chirurgische instrumenten.