Gepubliceerd op 06-09-2018

Gewinnen

betekenis & definitie

GEWINNEN, (gewon, heeft gewonnen), (in dagelijksche taal gewoonlijk WINNEN), verwerven: wat baat het een mensch, zoo hij de geheele wereld gewint, en lijdt schade aan zijne ziel;

— verwekken, telen: Abraham gewon Isaac en Isaac gewon Jacob; ergens gewonnen en geboren zijn, er thuis behooren, er door en door bekend zijn;
— (w. g.) bereiken te vergeefs zocht hij zijne schuilplaats te gewinnen;
— met moeite verwerven, erlangen:
iemands gunst, liefde gewinnen;
— (w. g.) winnen, vooruitgaan: de zedespreuk gewint hierdoor in choonheid. GEWINNING, v.

< >