GEMACHTIGDE, m. en v. (-n), iem. aan wie(n) door een ander de bevoegdheid is verleend om in zijn naam te handelen, zaakgelastigde;
— (rechtst.) bij gemachtigde{n), niet in persoon, maar bij vertegenwoordiging door een ander de schuldeischers, in persoon of bij gemachtigden in de vergadering verschenen.