GELOOFSVERZAKING, v. ontrouw aan, afval van het godsdienstig geloof dat men tot dusver beleden heeft;
...VORM, m. (-en), de eigenaardige vorm waarin iemands geloof zich openbaart;
...VRAAG, v. (...vragen), vraagpunt betreffende het geloof;
...VREDE, m. vredesverdrag, waarbij de geloofszaken worden geregeld, godsdienstvrede;
...VRIJHEID,v. vrijheid van godsdienst;
...WAARHEID, v. (...waarheden), stelling betreffende het godsdienstig geloof, die door de belijders als waar erkend wordt;
...ZAAK, v. (...zaken), eene zaak die het geloof betreft. :