FISTEL, v. (-s), (heelk.) onnatuurlijk kanaal, dat aan de huidoppervlakte of in eene inwendige lichaamsholte uitmondt; diepe etterwonde, (ook) etterafleider; blinde fistels hebben slechts ééne opening; volkomen fistels hebben er twee; communicatiefistels blijven bij de genezing eener volkomen fistel achter. FISTELACHTIG, bn. (-er, -st), naar eene fistel gelijkende: een fistelachtig gezwel.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk