Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VOORWERPEN
- VOORWERPGLAS
- VOORWERPSEL
- VOORWERPSNAAM
- VOORWETEN
- VOORWETEND
- VOORWETENSCHAP
- VOORWIEL
- VOORWIMPEL
- VOORZANGER
- VOORZANGERSAMBT
- VOORZANGERSCHAP
- VOORZEGGEN
- VOORZEGGEND
- VOORZEGGER
- VOORZEIL
- VOORZEKER
- VOORZET
- VOORZETSEL
- VOORZETTEN
- VOORZICHTIG
- VOORZICHTIGHEIDSHALVE
- VOORZICHTIGJES
- VOORZIEN
- VOORZIEND
- VOORZIENIG
- VOORZIENIGHEID
- VOORZIJDE
- VOORZIN
- VOORZINGEN
- VOORZINGER
- VOORZITTEN
- VOORZITTER
- VOORZITTERSCHAP
- VOORZITTERSHAMER
- VOORZOLDER
- VOORZWEMMEN
- VOOS
- VOOSACHTIG
- VORACITEIT
- VORDE
- Vorderen
- VORDERLIJK
- VORE
- Voren
- VORENSTAAND
- VORIG
- VORK
- VORKACHTIG
- VORKBEEN
- Vorken
- VORKESTEEL
- VORKHECHT
- VORKSWIJS
- VORKTAND
- VORM
- VORMAARDE
- VORMBAAR
- VORMBAK
- VORMELIJK
- VORMELING
- VORMEN
- VORMEND
- VORMENSPRAAK
- VORMER
- VORMGIETER
- VORMINGSDOOIER
- VORMKAST
- VORMLEER
- VORMLOOS
- VORMMACHINE
- VORMNAAM
- VORMOOG
- VORMSEL
- VORMSNIJDER
- VORSCH
- VORSCHBEET
- VORSCHEN
- VORSCHENPOEL
- VORSCHSTEEN
- Vorst
- VORSTELIJK
- VORSTENBANK
- VORSTER
- VORSTGRENS
- VORSTIG
- VORSTIN
- VORSTLOOD
- VORSTVRIJ
- VOS
- VOSAAP
- VOSACHTIG
- VOSGANS
- VOSKLEURIG
- VOSKONIJN
- VOSSE(N)BONT
- VOSSE(N)DREK
- VOSSEKOP
- VOSSEN
- VOSSENBEZIE
