Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VOLSTAMPER
- VOLSTANDIG
- VOLSTOK
- VOLSTORTEN
- VOLSTREKT
- VOLSTROOMEN
- VOLT
- VOLTAFEL
- VOLTAIRE
- VOLTALLIG
- VOLTAMETER
- Volte
- VOLTEEKEND
- VOLTIGEERDER
- VOLTIGEEREN
- VOLTIGEERPAARD
- VOLTIGEUR
- VOLTOBBE
- VOLTOOIEN
- VOLTOOIER
- VOLTREKKEN
- VOLTREKKER
- VOLTROG
- VOLUBIL1TEIT
- VOLUIT
- VOLUME
- VOLUMINEUS
- VOLUPTUEUS
- VOLUTA
- VOLVAARDIG
- VOLVOERDER
- VOLVOEREN
- VOLVOETIG
- VOLWASSEN
- VOLWASSENE
- VOLWERPEN
- VOLWICHTIG
- VOLZALIG
- VOLZEE
- VOLZIN
- VOMATIE
- VOMEEREN
- VOMITIEF
- VOND
- VONDEL
- VONDELING
- VONDELINGSHUIS
- VONDER
- VONDRECHT
- VONDST
- VONK
- VONKDOEK
- VONKELEN
- VONKEN
- VONKENMETER
- VONKVRIJ
- VONNIS
- VONNISSEN
- VONT
- VOOGD
- VOOGDIJ
- VOOIS
- Voor
- VOOR-CHRISTELUK
- VOOR-INDIË
- VOORAAN
- VOORAANZITTING
- VOORAF
- VOORAFBESTAAN
- VOORAFBETALING
- VOORAFGAAN
- VOORAFGAAND
- VOORAFLICHTEN
- VOORAFREKENING
- VOORAL
- VOORALEER
- VOORALSNOG
- VOORARBEIDEN
- VOORARM
- VOORARREST
- VOORAVOND
- VOORBAAN
- VOORBABBELEN
- VOORBANK
- VOORBARIG
- VOORBEDACHT
- VOORBEDE
- VOORBEDING
- VOORBEDINGEN
- VOORBEDUIDEN
- VOORBEDUIDSEL
- VOORBEELD
- VOORBEELDELOOS
- VOORBEELDIG
- VOORBEEN
- VOORBEHOEDEND
- VOORBEHOEDMIDDEL
- VOORBEHOEDSEL
- VOORBEHOUD
- VOORBEHOUDEN