Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie O
- Os
- Oscillatie
- Oscilleeren
- Oscilleerend
- Osculatie
- Osezel
- Osiris
- Osjeskermis
- Osman-orde
- Osmanisch
- Osmium
- Osmiumdraad
- Osmologie
- Osmometer
- Osmoscoop
- Osmose
- Osmotisch
- Ossedrek
- Ossegal
- Ossekopje
- Osselapjes
- Osseleer
- Osseleeren
- Osselever
- Osselip
- Ossemerg
- Ossemest
- Ossemuil
- Ossenbloed
- Ossenboek
- Ossenboer
- Ossenbreker
- Ossendooder
- Ossendrift
- Ossenek
- Ossengang
- Ossengeslacht
- Ossenhaar
- Ossenkar
- Ossenkoop
- Ossenleder
- Ossenleeren
- Ossenmarkt
- Ossenoog
- Ossenoor
- Ossenpikker
- Ossenvleesch
- Ossenweide
- Ossenweider
- Ossepens
- Ossestal
- Ossetand
- Ostara
- Ostensibel
- Ostensief
- Ostensorium
- Ostentatie
- Ostentatief
- Osteogangreen
- Osteoïd
- Osteoliet
- Osteologie
- Osteomalacie
- Osteoplastiek
- Osteria
- Ostraciet
- Ostracisme
- Otacustiek
- Otalgie
- Otema
- Otepa
- Otographie
- Otophoon
- Otoscoop
- Ottava bassa
- Otter
- Otteren
- Otterhaar
- Ottetto
- Ottomane
- Ottomanisch
- Oubliette
- Oubollig
- Oud
- Oud-katholieken
- Oud-roomsch
- Oudachtig
- Oudbakken
- Oudburgemeester
- Ouddier
- Oudduitsch (1)
- Oudduitsch (2)
- Oude (1)
- Oude (2)
- Oude grootje
- Oude-kleerenmarkt
- Oude-kleerkoop
- Oude-kleerkooper
- Oude-mannenhuis
- Oude-voddenkooper
