Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie K
- Kruisvinding
- Kruisvos
- Kruisweg
- Kruiswijze
- Kruiswissel
- Kruiswoord
- Kruiszuster
- Kruit
- Kruitbak
- Kruitouw
- Kruitproef
- Kruiwagen
- Kruiwagenstraf
- Kruizeel
- Kruizemunt
- Kruizemuntolie
- Kruk
- Krukas
- Krukken
- Krukkenkruis
- Krukker
- Krukkig
- Krukstang
- Krukstoel
- Krul
- Krulandijvie
- Krulkop
- Krulkruis
- Krullebol
- Krullelie
- Krullen
- Krullenjongen
- Krulletter
- Krullig
- Krullijn
- Krust
- Kryoliet
- Kub
- Kubbestijl
- Kubboot
- Kubeeren
- Kubiek
- Kubiekgetal
- Kubisch
- Kubisme
- Kubist
- Kubistisch
- Kubstok
- Kubus
- Kuch
- Kuchen
- Kucher
- Kudde
- Kuddehoeder
- Kuf
- Kuier
- Kuieren
- Kuiergast
- Kuierweg
- Kuif
- Kuifaap
- Kuifarend
- Kuifduiker
- Kuifeend
- Kuifel
- Kuifhen
- Kuifmuts
- Kuifpootigen
- Kuifreiger
- Kuiken
- Kuikenboor
- Kuikendief
- Kuil
- Kuilachtig
- Kuilbatterij
- Kuildek
- Kuilen
- Kuilganger
- Kuilgeld
- Kuilig
- Kuilkorvet
- Kuilvisscher
- Kuimen
- Kuin
- Kuip
- Kuipbad
- Kuipband
- Kuipblauw
- Kuipen
- Kuiper
- Kuiperij
- Kuipersambacht
- Kuiphout
- Kuis
- Kuisch
- Kuischboom
- Kuischen
- Kuischheid
- Kuischmolen
- Kuiskalf
