Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie C
- Cijferboek
- Cijferen
- Cijfergetal
- Cijfermethode
- Cijferschrift
- Cijns
- Cijnsbaar
- Cijnsgoed
- Cijnskiezer
- Cijnspacht
- Cijnsplichtige
- Cijnsrecht
- Cilicium
- Cilinder
- Cilinderbureau
- Cilindervormig
- Cilinderwand
- Cimbaal
- Cimbaalkruid
- Cimbaalspel
- Cimier
- Cinellen
- Cinema
- Cinemavoorstelling
- Cingel
- Cingulum
- Cinnaber
- Cipelgras
- Cipier
- Cipres
- Circa
- Circassienne
- Circe
- Circulair
- Circulaire
- Circulatie
- Circulatiebank
- Circuleeren
- Circumcentrisch
- Circumflex
- Circummeridiaanshoogten
- Circumpolairsterren
- Circumstantie
- Circus
- Cireeren
- Cirkel
- Cirkelbank
- Cirkelgang
- Cirkelomtrek
- Cirkelrond
- Cirkelsector
- Cirkelsgewijs
- Cirkelvorm
- Cirkelvormig
- Cirkelzaag
- Cirometer
- Cirro-cumulus
- Cirro-stratus
- Cirrus
- Cis
- Ciseleeren
- Cisterciensers
- Cisterne
- Citaat
- Citadel
- Citatenjager
- Citatie
- Citeeren
- Citer
- Citerpen
- Cito
- Cito-recept
- Citraat
- Citrin
- Citroen
- Citroenachtig
- Citroenappel
- Citroenballetje
- Citroengeel
- Citroengelei
- Citroenkruid
- Citroentje
- Citroenverf
- Citroenvink
- Citroenwater
- Citronine
- City
- City-bag
- Civet
- Civetkat
- Civiel
- Civiel-ingenieur
- Civilisatie
- Civiliseeren
- Civilist
- Civiliteit
- Claim
- Clair-obscur
- Clairet
- Clairvoyante