Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie C
- Context
- Contextuur
- Contigens
- Continent
- Continentaal
- Continentie
- Contingent
- Continuatie
- Continueel
- Continueeren
- Continuïteit
- Continuo
- Contorsie
- Contour
- Contra-remonstranten
- Contrabande
- Contrabandier
- Contrabas
- Contrabazuin
- Contrabericht
- Contrabiljet
- Contraboek
- Contraboekhouder
- Contrabras
- Contract
- Contract-koelie
- Contract-vrouw
- Contractant
- Contractbreuk
- Contracteeren
- Contractueel
- Contractuur
- Contradans
- Contradiceeren
- Contradicent
- Contradictie
- Contradictoir
- Contrafact
- Contraheeren
- Contrahent
- Contrair
- Contramarque
- Contramine
- Contramineeren
- Contramineur
- Contramoer
- Contraorder
- Contrapartij
- Contrapen
- Contraponeeren
- Contrapost
- Contrapunt
- Contrarails
- Contrarevolutie
- Contrarie
- Contrarieeren
- Contrasein
- Contrasigneeren
- Contrasplits
- Contrast
- Contrasteeren
- Contratonen
- Contravallatieliniën
- Contravenieeren
- Contraventie
- Contravisite
- Contravoering
- Contravoorstel
- Contrebalanceeren
- Contrebande
- Contrebas
- Contrecoeur
- Contrecoup
- Contrefort
- Contrei
- Contremine
- Contrescarp
- Contribuabel
- Contribuant
- Contribueeren
- Contributie
- Contrôle
- Controleeren
- Contrôlehek
- Contrôlestation
- Contrôletang
- Controleur
- Controleurbarometer
- Controverse
- Controversist
- Contubernaal
- Contumacie
- Contumax
- Convalescent
- Convenabel
- Convenieeren
- Convenientie
- Convent
- Conventbier
- Conventie
