Gepubliceerd op 02-09-2018

Duivenboon

betekenis & definitie

DUIVENBOON, v. (-en), kleine soort boon, voedsel der duiven;

...DREK, m.;
...EI, o. (-ers, -eren);
...GAT, o. (-en);
...KIJKER, m. (-s), een gat of opening, in een muur (of wel in een duivenhok) aangebracht, dat tot doorgang van de duiven dient;
...HALS, m. (...halzen);
...HALSMONDSTUK o. (-ken), eene soort van mondstuk voor het paard;
...HOK, o. (-ken),
...KOT, o. (-ten, ook ...koten),
...SLAG, o. (-en),
...TIL, v. (den), hok waarin men duiven houdt;
...HOUDER, m. (-s),
...KERVEL, v. zekere plant (fumaria officinalis), gemeene kervel, ook aardrook, grijzekom of koegras geheeten;
...KRUID, o. (plantk.) eene plant met zwarte, zachte bessen die op den Libanon veelvuldig wordt aangetroffen;
...LAT, v. (-ten), zeer dunne lat;
...MAND, v. (-en);
...MARKT, v. (-en);

< >