DEINEN, (deinde, heeft gedeind), in onregelmatige golving zonder schuimkoppen op en neer bewegen (van den waterspiegel): de zee deinde sterk, er was zeker een storm te wachten; zacht golvend op en neer gaan, wiegen, wiegelen haar deinende gang bekoorde hem. DEINING, v. (-en), lange golfbeweging zonder schuimkoppen, zonder dat er wind is; dubbele deining, die van verschillende kanten tegen elkaar ingaan;
— (bij niet-zeelieden) lichtgolvende beweging, wiegeling.