CONTRADICTIE, v. (-s, ...tiën), tegenspraak, tegenstrijdigheid;
— contradictio in terminis, tegenstrijdigheid in de bepaling, in de woorden;
— contoadictio in adjecto, eene tegenstrijdigheid in het bijgevoegde, in het bijv. naamw., b. v. droog water; witroet voor sneeuw (bij Huyghens); een levend geraamte voor een door en door mager mensch.