BENIJDEN, (benijdde, heeft benijd), iem. iets benijden, het hem niet gunnen, omdat men het zelf wenschte te bezitten, (ook) jaloersch zijn op; ook iem. benijden, hij werd benijd; beter benijd dan beschreid, (of gebruikelijker) beter benijd dan beklaagd, beter dat men u benijdt om uw geluk, dan u beklaagt om uw tegenspoed. BENIJDER, m. (-s). BENIJDING, v. BENIJDSTER, v. (-s).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk