Gepubliceerd op 31-08-2018

ARKEL

betekenis & definitie

m. (-s), (bouwk.) vier- of veelhoekig uitstek van een gebouw, somtijds halfrond, meestal beginnende boven den beganen grond en dan rustende op een kraagsteen;

BOUW, m.;
TOREN, m. (-s), torenvormige arkel;
—VENSTER, o. (-s), balkonvenster.

< >