m. (-s), jongen die een ambacht leert;
...MAN, m. (...lieden,
...lui), iem. die een ambacht uitoefent
...NIJVERHEID, v. de nijverheid door ambachtslieden uitgeoefend, in tegenst. met de fabrieksnijverheid, die de zaken in het groot drijft;
...ONDERWIJS, o. onderwijs in ; eene ambachtsschool aan leerlingen gegeven aan het ambachtsonderwijs wordt thans veel zorg besteed.