Gepubliceerd op 31-08-2018

AMBACHTSHEER

betekenis & definitie

m. (-en), (oudt.) heer die met de rechtspraak in een ambacht beleend was; hij die eene ambachtsheerlijkheid bezit: de ambachtsheer bezit het collatierecht, d. i. het recht van beroep (van een predikant);

...HEERLIJKHEID, v. (...heden), gebied of waardigheid van een ambachtsheer: te koop eene ambachtsheerlijkheid met titel;
...VROUWE, v. (-n).

< >