Gepubliceerd op 31-08-2018

AFZICHTELIJK

betekenis & definitie

Afzichtelijk bn. bw. (-er, -st), in den hoogsten graad leelijk, wanstaltig of onooglijk; terugstootend voor het gezicht, zóó dat men er onwillekeurig den blik van afwendt; ook fig.: een afzichtelijk vrouwmensch; de laagheid in hare afzichtelijke gedaante; zijne gelaatstrekken hernamen hunne afzichtelijke uitdrukking; het afzichtelijkst ongeloof; het afzichtelijke der ellende;

— iets {niets) afzichtelijks hebben, iets (niets) in zich hebben dat het gezicht, het schoonheidsgevoel of den zedelijken zin alleronaangenaamst aandoet;
— bw. van wijze en van graad op eene afzichtelijke, zeer onooglijke wijze de meesten zagen er afzichtelijk uit; zijne handen zagen afzichtelijk zwart.

< >