AFLANGEN, (langde af, heeft afgelangd), (gew.) afreiken, afgeven aan huis (in het voorbijgaan);
— (gew.) (fig.) afdokken, afschuiven;
— (gew.) hij houdt niet van aflangen, hij is gierig;
— (gew.) van iem. aflangen, kwaad van hem spreken.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: