Gepubliceerd op 14-11-2017

aanspannen

betekenis & definitie

Aanspannen - (spande aan, heeft en is aangespannen), paarden, ezels, ossen aanspannen, vastmaken aan een wagen, eene slede, een ploeg; - den wagen, de slede, den ploeg, de egge aanspannen, vastmaken aan de paarden; (draaib. stoomw.) een voorwerp aan de spil der draaibank of aan een bewegend deel van het stoomwerktuig bevestigen om het daardoor in beweging te brengen; - voerman, span (de paarden) aan! - zich aanspannen, zich aan het werk zetten; - goed aangespannen zijn, goede middelen bezitten om te rijden, (bij uitbr.) voorzien zijn van hetgeen voor zeker bepaald doel noodig is; sterker spannen (snaren, touwen, riemen, voeren): span de quint nat aan! - met iemand aanspannen, samenspannen, zich vereenigen.

< >