(Fr.),
I. zn. o. (-’s),
1. tafereel, schilderij ;
2. tableau vivant;
3. (jag.) gerangschikt geheel van het op een jachtpartij geschoten wild : een gevarieerd tableau ;
4. lijst : het tableau der advocaten en procureurs, de rol waarop zij na beëdiging worden ingeschreven ; op het tableau stellen ; — inz. gerangschikte lijst van de leden van een toneelgezelschap ;
II. tw., je kunt je de toestand voorstellen ! : het gezelschap maakte zich vrolijk over hem ; juist op dat ogenblik kwam hij ongemerkt de kamer binnen. Tableau!