I. m. (-ben),
1. zeehond (Phoca vitulina);
2. (mv.) benaming voor de gehele groep der Phocae, waartoe o.a. ook de walrussen behoren.
II. v. (-ben), maag van grote vissen.
III. v., verdikt, met suiker gekookt vruchtensap, vruchtenmoes.
IV. v. (-ben), (gew.) van biezen gevlochten mandje waarin vijgen worden verpakt.